woensdag 8 april 2015



De muziek van Saigon
Als ik dit schrijf, ben ik alweer een paar dagen weg uit Saigon, de stad, waar vorige week deze reis begon  Dat was wel even wennen, bijna een beetje een cultuurshock: van het min of meer rustige en vooral regelmatige leven in Lochem naar je een weg zoeken door een miljoenenstad vol leven. De weg vinden lukte overigens prima. We waren er al eens eerder geweest, al is dat tien jaar geleden en bleek er veel veranderd te zijn. Vietnam is een snel groeiende economie en overal wordt gebouwd en gebouwd. Dat verwacht je ook, maar wat vooral opviel was de immense drukte. Niet zozeer door de miljoenen inwoners, die allemaal tegelijk overal schijnen te moeten zijn. Nee, het is de manier, waarop ze zich verplaatsen in deze urban jungle. De groeiende welvaart heeft ervoor gezorgd, dat de gemiddelde
Vietnamees zich een scooter, brommer of motor kan veroorloven. Iedereen heeft dus zo'n ding gekocht, of leent of huurt er een en gaat op weg. Met ware doodsverachting voegt iedere rijder zich bij het legioen, dat de autobanen, straten en stegen vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week doet vollopen en dichtslippen.
Verkeersregels lijken op het eerste gezicht niet te gelden, althans, weinigen lijken zich er aan te houden. Maar schijn bedriegt: als je wat langer kijkt, merk je dat er toch een soort van overeenstemming bestaat tussen al die jakkeraars. Namelijk over hoe je ervoor zorgt, dat niet alleen jijzelf, maar ook al die anderen heelhuids komen waar ze willen zijn. Belangrijk daarbij lijkt te zijn, dat je eerst gas geeft en de straat oprijdt en pas daarna kijkt of dat ook kan. De anderen weten dat en houden daar rekening mee. De maximum snelheid is dan ook niet bijzonder hoog. Dat zou ook onmogelijk zijn, want een beetje straat is hier echt compleet gevuld met band aan band rijdende of vooruit schuifelende tweewielers. Dat schiet sowieso niet erg op, natuurlijk.  Het mooie is vooral, dat iedereen aan de ene kant een beetje voordringt en aan de andere kant ook net genoeg ruimte geeft aan de ander om samen toch ergens te komen. Een beetje polderen in het verkeer. Dat zouden wij Nederlanders dus echt niet kunnen!!!

Eerlijk is eerlijk, na twee dagen had ik er echt genoeg van gezien en gehoord en geroken, want een paar miljoen brommers en scooters pompen aardig wat vergif de stedelijke atmosfeer in. Je zou zo maar weer gaan roken, want na een dag in deze stad merk je het verschil toch niet meer.

Met de bus de stad uit naar het weelderige platteland van de Mekong Delta lag dus voor de hand. Zo gezegd, zo gedaan en zo zit ik hier op een mooi balkonnetje in Can Tho, in de schaduw aan de oever van de Bassac, een zijtak van de grote Mekong rivier, waar dit land zijn bestaan aan te danken heeft. Maar daarover een andere keer meer....
Want ik ging weg met de vraag: zit er eigenlijk wel muziek in deze stad? Door het onophoudelijke geronk, geblaas en gesputter van miljoenen motoren, gemengd met een eeuwigdurend gefluit, geblaas en geschetter van evenveel claxons en daartussen al die mensen, die daar met hoge, schelle stemmen overheen proberen te schreeuwen, is er weliswaar geluid genoeg, maar het valt niet mee om daar muziek in te ontdekken.
Toch is die muziek er wel. Zittend op een bankje in een park lukt het om het kabaal even wat weg te duwen. Met de ogen dicht ontstaat er dan een soort cadans van op en neer gaande geluidsgolven, gelijklopend met het ritme van de rode en groene stoplichten, of met het in elkaar schuiven van de file, als er onverwacht een voetganger, eenzame tuktuk-rijder, bus of vrachtwagen uit een zijstraat zich onverstoorbaar  een weg baant dwars door de stroom heen. Even is er dan een korte stagnatie, een soort stilte, die al snel weer overgaat
in een crescendo van lawaai en leven. Eigenlijk is het verkeer van Saigon een soort superorkest, dat zonder ooit te pauzeren vol energie blijft spelen, tot de straten zo verstopt zijn, dat niemand nog voor of achteruit zal kunnen. Ik probeer me al een paar dagen voor te stellen hoe dat er uit zal zien en wat voor muziek er dan zal ontstaan. Voorlopig hou ik m'n hart vast. En ondertussen zit ik toch liever hier in de rust van deze mooie provinciestad. Hier rijden trouwens ook de nodige tweewielers, maar daartussendoor zie je ook nog mensen, die fietsen of gewoon lopen. Ik hoop voor hen, dat het hier geen Saigon wordt....

Wat dan wel weer erg mooi was: 's morgens om een uur of acht zie je onder overdekte paviljoens in de parken mannen en vrouwen dansen onder (natuurlijk) keiharde muziek. Links en rechts raast het verkeer voorbij, maar deze mensen dansen alsof ze een gezellig avondje uit zijn. Prachtig!

1 opmerking:

  1. Ha die Jan, wat fijn dat je de tijd hebt gevonden om een stukje te schrijven. We kunnen er dus van uit gaan dat jullie goed zijn aangekomen en dat de reis nu echt is begonnen. In Nederland is eindelijk de lente begonnen en we konden vanavond zowaar tot zeven uur met een wijntje buiten zitten. We hopen dat alles goed met jullie gaat, leuk als je af en toe blijft schrijven en voor nu een lieve groet voor jullie van Patrick & Yvonne

    BeantwoordenVerwijderen