De muziek van Saigon
Als ik dit schrijf, ben ik alweer een paar dagen weg uit
Saigon, de stad, waar vorige week deze reis begon Dat was wel even wennen, bijna een beetje een
cultuurshock: van het min of meer rustige en vooral regelmatige leven in Lochem
naar je een weg zoeken door een miljoenenstad vol leven. De weg vinden lukte
overigens prima. We waren er al eens eerder geweest, al is dat tien jaar
geleden en bleek er veel veranderd te zijn. Vietnam is een snel groeiende
economie en overal wordt gebouwd en gebouwd. Dat verwacht je ook, maar wat
vooral opviel was de immense drukte. Niet zozeer door de miljoenen inwoners,
die allemaal tegelijk overal schijnen te moeten zijn. Nee, het is de manier,
waarop ze zich verplaatsen in deze urban jungle. De groeiende welvaart heeft ervoor
gezorgd, dat de gemiddelde
Vietnamees zich een scooter, brommer of motor kan
veroorloven. Iedereen heeft dus zo'n ding gekocht, of leent of huurt er een en
gaat op weg. Met ware doodsverachting voegt iedere rijder zich bij het legioen,
dat de autobanen, straten en stegen vierentwintig uur per dag, zeven dagen per
week doet vollopen en dichtslippen.
Verkeersregels lijken op het eerste gezicht niet te
gelden, althans, weinigen lijken zich er aan te houden. Maar schijn bedriegt:
als je wat langer kijkt, merk je dat er toch een soort van overeenstemming
bestaat tussen al die jakkeraars. Namelijk over hoe je ervoor zorgt, dat niet
alleen jijzelf, maar ook al die anderen heelhuids komen waar ze willen zijn.
Belangrijk daarbij lijkt te zijn, dat je eerst gas geeft en de straat oprijdt
en pas daarna kijkt of dat ook kan. De anderen weten dat en houden daar
rekening mee. De maximum snelheid is dan ook niet bijzonder hoog. Dat zou ook
onmogelijk zijn, want een beetje straat is hier echt compleet gevuld met band
aan band rijdende of vooruit schuifelende tweewielers. Dat schiet sowieso niet
erg op, natuurlijk. Het mooie is vooral,
dat iedereen aan de ene kant een beetje voordringt en aan de andere kant ook
net genoeg ruimte geeft aan de ander om samen toch ergens te komen. Een beetje
polderen in het verkeer. Dat zouden wij Nederlanders dus echt niet kunnen!!!
Eerlijk is eerlijk, na twee dagen had ik er echt genoeg
van gezien en gehoord en geroken, want een paar miljoen brommers en scooters
pompen aardig wat vergif de stedelijke atmosfeer in. Je zou zo maar weer gaan
roken, want na een dag in deze stad merk je het verschil toch niet meer.
Met de bus de stad uit naar het weelderige platteland van
de Mekong Delta lag dus voor de hand. Zo gezegd, zo gedaan en zo zit ik hier op
een mooi balkonnetje in Can Tho, in de schaduw aan de oever van de Bassac, een
zijtak van de grote Mekong rivier, waar dit land zijn bestaan aan te danken
heeft. Maar daarover een andere keer meer....
Want ik ging weg met de vraag: zit er eigenlijk wel
muziek in deze stad? Door het onophoudelijke geronk, geblaas en gesputter van
miljoenen motoren, gemengd met een eeuwigdurend gefluit, geblaas en geschetter
van evenveel claxons en daartussen al die mensen, die daar met hoge, schelle
stemmen overheen proberen te schreeuwen, is er weliswaar geluid genoeg, maar
het valt niet mee om daar muziek in te ontdekken.
Toch is die muziek er wel. Zittend op een bankje in een
park lukt het om het kabaal even wat weg te duwen. Met de ogen dicht ontstaat
er dan een soort cadans van op en neer gaande geluidsgolven, gelijklopend met
het ritme van de rode en groene stoplichten, of met het in elkaar schuiven van
de file, als er onverwacht een voetganger, eenzame tuktuk-rijder, bus of
vrachtwagen uit een zijstraat zich onverstoorbaar een weg baant dwars door de stroom heen. Even
is er dan een korte stagnatie, een soort stilte, die al snel weer overgaat
in
een crescendo van lawaai en leven. Eigenlijk is het verkeer van Saigon een
soort superorkest, dat zonder ooit te pauzeren vol energie blijft spelen, tot
de straten zo verstopt zijn, dat niemand nog voor of achteruit zal kunnen. Ik
probeer me al een paar dagen voor te stellen hoe dat er uit zal zien en wat
voor muziek er dan zal ontstaan. Voorlopig hou ik m'n hart vast. En ondertussen
zit ik toch liever hier in de rust van deze mooie provinciestad. Hier rijden
trouwens ook de nodige tweewielers, maar daartussendoor zie je ook nog mensen,
die fietsen of gewoon lopen. Ik hoop voor hen, dat het hier geen Saigon
wordt....
Wat dan wel weer erg mooi was: 's morgens om een uur of
acht zie je onder overdekte paviljoens in de parken mannen en vrouwen dansen
onder (natuurlijk) keiharde muziek. Links en rechts raast het verkeer voorbij,
maar deze mensen dansen alsof ze een gezellig avondje uit zijn. Prachtig!
Ha die Jan, wat fijn dat je de tijd hebt gevonden om een stukje te schrijven. We kunnen er dus van uit gaan dat jullie goed zijn aangekomen en dat de reis nu echt is begonnen. In Nederland is eindelijk de lente begonnen en we konden vanavond zowaar tot zeven uur met een wijntje buiten zitten. We hopen dat alles goed met jullie gaat, leuk als je af en toe blijft schrijven en voor nu een lieve groet voor jullie van Patrick & Yvonne
BeantwoordenVerwijderen